Titel: Het beste voor ieder kind
Projectnummer: 504-1404
Projectperiode: 2025-2029
Locatie: Ethiopië
Budget: € 555.141 (eerste drie jaar)

Doelgroep: 1.200 kinderen met een beperking en achterstand in ontwikkeling

Doelstellingen

  1. 1.200 kinderen met een beperking en achterstand in ontwikkeling verbeteren hun welzijn door ondersteuning bij hun ontwikkeling thuis en op school.
  2. 30 scholen en lokale gemeenschappen worden meer inclusief, door grotere betrokkenheid en versterkte vaardigheden.
  3. Organisaties voor mensen met een beperking en lokale overheden ondersteunen en bevorderen inclusief onderwijs.

Lokale partner: Ethiopian Kale Heywet Church Development Commission (EKHCDC)

Amina’s eerste schooldag

Amina is een vrolijk meisje van 10 jaar. Door onbekende oorzaken heeft ze moeite met lopen en praten, wat betekent dat ze afhankelijk is van anderen om zich te verplaatsen. Tot voor kort kon ze vanwege haar beperking niet naar school gaan. Amina bracht veel tijd alleen thuis door, terwijl ze heel graag wil leren in een klas met andere kinderen. Helaas zagen anderen weinig mogelijkheden voor haar, en leek het te ingewikkeld om haar kansen op onderwijs werkelijkheid te maken.

Dankzij het Inclusief Onderwijsproject van de lokale partner in Ethiopië kreeg haar leven een nieuwe wending. Met de ondersteuning van sociale werkers en veel overleg met de leraren van de school is Amina begonnen aan haar instroom op school in de eerste klas. Dankzij de beschikbaar gestelde projectfondsen is een rolstoel voor haar aangeschaft en de entree haar huis is aangepast, nu kan ze zich gemakkelijker verplaatsen. Daarnaast krijgt Amina revalidatie en begeleiding om te zorgen dat ze zo zelfstandig mogelijk kan leven.

Deze hulp heeft niet alleen Amina een nieuw perspectief geboden, maar heeft ook het leven van haar ouders heeft een nieuw perspectief gekregen. Ze kijken nu met meer vertrouwen naar de toekomst.

Amina in haar rolstoel, waardoor ze nu een stuk mobieler is.

Wat is de situatie?

Naar schatting zijn er in Ethiopië vijf miljoen schoolgaande kinderen (4-18 jaar) met een handicap. Veel van deze kinderen hebben geen toegang tot onderwijs. In één van de focusregio’s, Oromia, gaat slecht 6,2% van de kinderen met een beperking naar school. Zo worden mensen met een beperking van jongs af aan al achtergesteld in de samenleving. 

Een recente analyse van EKHCDC in 14 scholen binnen de Adaa Woreda, Oromiya-regio, Ethiopië, toont aanzienlijke barrières voor kinderen met een handicap in toegang tot en succes in onderwijs. De regio wordt gekenmerkt door hardnekkige negatieve houdingen ten opzichte van kinderen met een handicap, zoals visuele, fysieke en mentale beperkingen.

Aantal kinderen met een handicap

De prevalentie van handicaps en ontwikkelingsachterstanden is hoog in het projectgebied. De meest voorkomende vormen van beperkingen zijn gedeeltelijke leerproblemen, slechtziendheid, slechthorendheid en lichamelijke handicaps.

Uitsluiting in de samenleving

Stigmatisering van kinderen met een beperking is wijdverspreid. Een handicap wordt vaak gezien als een straf of een vloek, wat leidt tot het verbergen van deze kinderen thuis en uitsluiting van onderwijs en de maatschappij. Veel families denken dat kinderen met een beperking geen bijdrage kunnen leveren aan de samenleving, wat hun marginalisering versterkt. Kinderen met een handicap worden niet alleen uitgesloten van onderwijs, maar hebben ook beperkte toegang tot basisvoorzieningen.

Problemen in de gezonde ontwikkeling

Voor de gezonde ontwikkeling van kinderen met een fysieke beperking, is toegang tot gespecialiseerde gezondheidszorg en revalidatie essentieel. Helaas is het aanbod van deze specialistische zorg erg beperkt. De kosten voor specialistische hulp zijn voor veel families onbetaalbaar of te ver weg, daarnaast zijn er onvoldoende gespecialiseerde zorgverleners om kinderen met een beperking te ondersteunen.

Veel families kunnen de kosten voor hulpmiddelen, zoals een bril, rolstoel of prosthese, niet betalen. Deze zijn enorm belangrijk voor kinderen om mee te kunnen doen op school. Zonder deze hulpmiddelen ervaren kinderen een beperkte mobiliteit en onafhankelijkheid en kunnen ze de lesstof minder goed tot zich nemen. Daarnaast leidt dit ook tot sociale isolatie en een verminderd zelfvertrouwen. Want zonder hulpmiddelen is het voor hen lastig of zelfs onmogelijk om effectief te communiceren en zich te verplaatsen.  Kinderen voelen zich vaak anders dan hun leeftijdsgenoten en raken sneller sociaal geïsoleerd.

Ontoegankelijk onderwijs

Er zijn verschillende oorzaken waarom kinderen met een beperking vaak niet naar school gaan of te maken hebben met een aanzienlijke hogere uitval in het onderwijs. Dit begint al met letterlijk toegang hebben tot de school; vaak is er geen passend transport, zijn de scholen niet toegankelijk of spelen er economische barrières een rol waardoor er geen geld is voor onderwijs. 

Daarnaast zijn scholen ook niet toegerust op het bieden van inclusief onderwijs; er is een gebrek aan training voor leerkrachten op het gebied van inclusief onderwijs, beperkt toegankelijk lesmateriaal, zoals brailleboeken en hulpmiddelen, en onvoldoende identificatie en beoordeling van kinderen met een handicap. Hierdoor krijgen leerlingen met een beperking vaak niet het onderwijs en de zorg die ze nodig hebben.

Armoede in Oromiya-regio

Hierboven werd al kort benoemd dat de sociaal economische status van het gezin van invloed is op de mogelijkheid dat een kind naar school gaat. De regio van dit project, Oromiya-regio, blijft economisch achter in vergelijking met de rest van Ethiopië. Dit wordt veroorzaakt door lage landbouwopbrengsten, grote huishoudens, hoge werkloosheid onder jongeren, afhankelijkheid van één vorm van inkomsten en een gebrek aan toegang tot krediet- en andere financiële diensten.

Beperkte betrokkenheid

Nationale en lokale overheden hebben verschillende wetten, beleidskaders en actieplannen aangenomen en geïmplementeerd, waarbij ze prioriteit geven aan kinderen met een handicap en inclusief onderwijs. De mate van daadwerkelijke betrokkenheid blijft echter laag en zorgt er in de praktijk voor dat kinderen met een handicap vaker thuis zitten dan hun leeftijdsgenoten zonder handicap.

Dubbele discriminatie van meisjes

Meisjes met een handicap ondervinden dubbele barrières vanwege hun geslacht en beperking. In Ethiopië wordt onderwijs aan meisjes als minder belangrijk gezien dan onderwijs voor jongens. Opgesteld bij het stigma wat mensen met een beperking ervaren leidt dit ertoe dat meisjes meer risico lopen op misbruik en krijgen zij minder ondersteuning op school. Dit resulteert in lagere lees- en schrijfvaardigheden dan jongens en in het algemeen een achtergestelde ontwikkeling.

Onze droom

Onderwijs biedt op de lange termijn betere kansen op werk, een gezond leven, en deelname aan de maatschappij. Zonder toegang tot onderwijs blijven kinderen met een beperking echter vaak aan de zijlijn staan.

De droom van SeeYou en EKHCDC is dat onderwijs voor de kinderen met een beperking of andere kwetsbaarheid ook bereikbaar is, en dat zo hun kansen voor een betere toekomst vergroot worden. Wij zetten ons in om kinderen hun deelname aan inclusief onderwijs mogelijk te maken, hun ontwikkeling op school te ondersteunen en gezamenlijk meer inclusieve gemeenschappen te creëren. Deze geïntegreerde aanpak draagt bij aan verbeterde kansen voor kinderen met een beperking, het legt de basis voor hun verdere loopbaan en draagt bij aan een verbeterd welzijn.

Wat bereiken we met elkaar?

Duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s)

Het project sluit nauw aan bij de duurzame ontwikkelingsdoelstelling (SDG) 4 over toegang tot inclusief onderwijs en de bevordering van mogelijkheden voor een leven lang leren, ook voor personen met een beperking. Het project sluit ook aan bij SDG 10, dat ernaar streeft om ongelijkheid tussen en binnen landen te verminderen door de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen, inclusief personen met een beperking, te versterken en bevorderen.

‘Het beste voor ieder kind’ project in Ethiopië is onderdeel van het SeeYou Learns programma. Daaronder vallen ook de Inclusief Onderwijs projecten in Indonesië en Rwanda.

Contactpersonen: Niska Stoker (Programma Manager), Eline Binkhuysen (Relatiebeheerder)