Dankbaarheid als tegengif
Wat als je leven er compleet anders uit komt te zien. Hoe kan je dan kijken naar wat er wél is? Jurjen van Houwelingen, ambassadeur van SeeYou, deelt het in dit blog.
Ik zie de wereld anders dan de meeste mensen. Letterlijk.
Sinds mijn herseninfarct verloor ik een groot deel van mijn zicht. Dat betekent dat ik vaak afhankelijk ben van anderen, dat simpele dingen ineens ingewikkeld zijn, en dat ik mijn vrijheid moest inleveren. Soms voelt dat als een harde grens. Een beperking die ik niet kan negeren, hoe graag ik dat ook zou willen.
En toch… ik probeer er elke keer weer voor te kiezen om te kijken naar wat er wél is. Dankbaarheid is geen gevoel dat zomaar voorbijwaait. Het is een oefening. Een keuze die ik elke dag opnieuw probeer te maken. Want ik kan blijven staren naar alles wat ik kwijt ben — of ik kan mijn blik richten op wat gebleven is, en zelfs op wat erbij gekomen is.
Wat ik verloren ben
Laten we eerlijk zijn: er is veel weggevallen. Heel veel. Mijn zelfstandigheid, mijn vanzelfsprekende gemak. Zo kan ik geen auto meer rijden, geen boek meer lezen zoals vroeger, geen gezichten meer herkennen. En God weet, ik mis het zo verschrikkelijk…
Wat ik gevonden heb
Maar tegelijk heb ik nieuwe ogen gekregen. Ogen van het hart, zou je het kunnen noemen. Ik zie scherper wat er écht toe doet: vriendschappen, geloof, kunst, kwetsbaarheid. Juist in mijn beperking ontdek ik soms een diepte die ik vroeger over het hoofd zag. Ik voel de waarde van kleine dingen: een stem die zegt “ik ben er”, een hand op mijn schouder, een streep verf die ineens precies de emotie vangt die ik niet onder woorden kon brengen.
Een moment in de stad
Laatst liep ik door Amsterdam. Ik hoorde de trams rinkelen, stemmen die zich vermengden in het geroezemoes van de stad, en voelde de zon warm op mijn gezicht. Even was er geen haast, geen strijd, maar alleen dát moment. Ik dacht: ja, ik zie de gebouwen niet scherp meer… maar ik beleef dit wel. Ik bén hier, midden in het leven. Dat zijn voor mij de momenten van dankbaarheid. Zo klein, maar zo groot tegelijk.
Dankbaarheid als tegengif
Dankbaarheid is voor mij geen roze bril. Het is geen ontkennen van pijn of verlies. Het is een tegengif. Tegen bitterheid, tegen moedeloosheid, tegen de gedachte dat mijn leven voorbij is. Dankbaarheid zegt: ja, dit doet pijn, maar er is ook schoonheid. En als ik goed kijk — met de ogen die ik nog heb — zie ik dat steeds weer terug.
Wat ik mezelf blijf herinneren
Misschien is dit mijn dagelijkse mantra:
- Er is verlies, maar er is ook overvloed.
- Ik zie weinig, maar ik ben niet blind voor liefde.
- Mijn wereld is kleiner, maar mijn hart kan groter worden.
Dat is voor mij de kern van veerkracht. Niet doen alsof het licht altijd fel schijnt, maar leren zien dat er óók licht is, zelfs als je zicht beperkt is.
Wat betekent dankbaarheid voor jou? Waar zie jij licht, juist in de schaduw?
Tot slot
Of ik nu schilder of spreek: telkens weer merk ik dat verhalen en beelden mensen raken. Mijn kunst is mijn manier om zichtbaar te maken wat ik vaak niet in woorden kan zeggen. En in mijn lezingen deel ik dezelfde boodschap: er is altijd licht te vinden, zelfs in het donker.
Die zoektocht naar licht beschrijf ik ook in mijn boek Als je het even niet meer ziet. Daarin vertel ik openhartig over mijn weg van verlies naar veerkracht. Het is mijn verhaal, maar ik geloof dat je er ook iets van jezelf in zult herkennen. Bestel hem hier, dan stuur ik hem je gesigneerd en wel op!
Lees meer over Jurjen van Houwelingen op zijn website.