Hij is de langstzittende collega van SeeYou en werkt nog steeds met hart en ziel aan een inclusievere samenleving. In 22 jaar tijd zag hij de organisatie groeien, veranderen en professionaliseren. Zij is de dochter van oprichters Martien en Jenny Cozijnsen, maakte de stichting vanaf het begin mee en was jarenlang betrokken als secretaris binnen het bestuur. Arjen van Veldhuisen en Margreet Cozijnsen vertellen over veertig jaar SeeYou.

Als Arjen de trap afloopt en Margreet begroet, is het gelijk gezellig. De koffie is nog niet eens gezet, terwijl er al druk anekdotes worden uitgewisseld. Er zijn genoeg verhalen over veertig jaar SeeYou. In haar hand houdt Margreet een enorme map met daarin allerlei oude artikelen, brieven en folders van en over de stichting.

De droom begon in Zuid-Afrika

We gaan terug in de tijd. “Mijn ouders hielden van reizen”, vertelt Margreet. “In Zuid-Afrika bezochten ze in Soweto een tehuis voor kinderen met een handicap. Daar werden ze heel erg geraakt door de enorme verschillen in mogelijkheden tussen Nederland en een land als Zuid-Afrika. Zo ontstond de droom om iets te gaan doen en dat werd een droom van mijn ouders samen. Omdat mijn vader oogarts was, wilden ze iets doen voor visueel gehandicapte kinderen.”

“Niet veel later werd mijn vader namens hulporganisatie ZOA als oogarts uitgezonden naar een vluchtelingenkamp in het noorden van Thailand. Daar zag hij vreselijke dingen.” Margreet is even stil en vervolgt dan: “Hij zag dat een kind dat blind was ’s ochtends vroeg in een ton werd gezet, waar hij niet uit kon. De ouders moesten werken en het kind was met zijn beperking daarbij tot last.” Toen Martien in Thailand een school voor kinderen met een visuele beperking bezocht, besloot hij dat hij deze lokale organisatie wilde helpen om nog meer van dit soort scholen op te zetten om deze kinderen te helpen. Eigenlijk waren het satelietcentra die dienden als uitvalsbasis van het werk onder blinden in de school- en thuissituatie. Want vanaf het begin wilde mijn vader dat kinderen met een visuele beperking zoveel mogelijk werden geïntegreerd in de samenleving. En dat was het begin van de stichting.

In navolging van Jezus

Jenny en Martien waren beiden gelovig en dat was voor hen dé motivatie voor dit werk. “In navolging van Jezus wilden ze zich inzetten voor mensen die het slechter hebben. Het was niet hun doel om mensen te bekeren, maar om hun geloof te laten zien door daden. ‘Positief christelijk’ noemde mijn vader dat”, vertelt Margreet. “Maar”, zo vult Arjen aan, “het was echt niet zo dat mensen met andere overtuigingen niet werden geholpen. Het staat ook duidelijk in onze statuten: we helpen mensen ongeacht hun geloof of overtuigingen. Dat doen we nog steeds.”

Majoor Bosshardt

Het werk groeide en het huis leek soms een groot kantoor, vertelt Margreet. Overal lagen stapels papieren. Ze hadden in het begin nog geen computer. Alles werd op een ouderwetse typemachine geschreven. “Mijn moeder vertaalde en schreef veel teksten. Mijn vader was een echte netwerker. Hij ging stad en land af om mensen te betrekken bij de stichting. Ook mensen uit het zakenleven, want hij wilde dat het zakelijk en financieel goed in orde was. Mijn vader vond kwaliteit, zowel bij de stichting als in de projecten, belangrijk. De vergaderingen waren allemaal bij ons thuis. Ook de bijeenkomsten met het comité van aanbeveling, waar Majoor Bosshardt (boegbeeld van het Leger des Heils, red.) ook deel van uitmaakte.”

Eén oogarts in heel Laos

Werd Margreet het nooit eens zat dat het thuis altijd over de stichting ging? “Nee, echt niet. Ik vond het juist heel erg boeiend. Zo lukte het mijn ouders om toegang te krijgen in communistisch Laos. Daar was maar 1 oogarts voor heel het land. Dat maakte veel indruk op mij. Mijn vader vertelde steeds weer hoe je met weinig middelen iemand die blind is kan helpen. Het scheelde ook wel dat wij allemaal, we waren met vijf kinderen thuis, het huis uit waren. Mijn ouders kregen meer tijd.”

Lokaal en betrokken

Martien heeft vanuit de stichting nooit zelf operaties uitgevoerd. Arjen: “Dat hebben we nooit gedaan. Het was en is voor ons heel belangrijk dat lokale mensen de oogzorg verlenen.” Margreet vult aan: “Dat vonden mijn ouders inderdaad belangrijk.”

De stichting groeide, de organisatie professionaliseerde en Martien en Jenny deden een stapje terug. “Ton ten Hove werd directeur. Mijn vader zag dat de stichting bij hem in goede handen was”, vertelt Margreet. Maar Martien en Jenny bleven tot het einde van hun leven zeer betrokken. Arjen: “Elke vrijdagmiddag kwam Martien op kantoor. Hij was altijd geïnteresseerd. Hoe gaat het met de projecten? Hoe gaat het met de inkomsten? Maar hij vroeg ook altijd hoe het thuis ging. Hij nam echt de tijd voor je.”

“Dankzij de operatie kon ze voor het eerst haar kleinkind zien”

Zowel Arjen als Margreet zijn één keer mee geweest op projectbezoek. Arjen: “Ik ben daar heel terughoudend in. Als het niet hoeft, doe ik het niet. Ik wil daar zorgvuldig mee omgaan.” Margreet stond ook niet vooraan, maar betaalde uiteindelijk haar reis zelf en ging mee naar Cambodja. Ze lacht: “We reden op een brommertje naar een dorp – ik ben in mijn leven nog nooit zo vies geweest trouwens – en we ontmoetten daar allerlei mensen die geopereerd waren aan hun ogen. Ik ontmoette bijvoorbeeld een oudere vrouw die dankzij de operatie voor het eerst haar kleinkind kon zien. Dat was zo indrukwekkend!”

Veranderingen

In al die jaren hebben Margreet en Arjen veel zien veranderen. Margreet: “In het begin richtte de stichting zich op visueel gehandicapte kinderen. Daarna ook op volwassenen en nu is er ook aandacht voor mensen met andere handicaps.” Arjen beaamt dat. “Het is altijd het doel geweest dat mensen met een handicap volwaardig deel worden van de maatschappij.”

Het zesde kind

“Voor mijn moeder was de periode dat ze samenwerkte met mijn vader voor de stichting de mooiste tijd van haar leven. Eerder deed zij het huishouden en de kinderen, en mijn vader deed zijn werk als oogarts. De stichting was echt iets van hen samen. Het heeft hun leven verrijkt.”

Martien en Jenny Cozijnsen zijn inmiddels beiden overleden. Maar hun levenswerk gaat door. “Wij als kinderen noemen SeeYou weleens het zesde kindje van mijn ouders”, grapt Margreet. Margreet: “Ik vind het heel mooi dat je met zoiets kleins kunt beginnen en dat dat zo kan groeien, terwijl de waarden van het begin nog recht overeind staan. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor!”