Dit kerstverhaal is geschreven door Cees Smit, een trouwe SeeYou-donateur die zelf blind is. Cees startte in 2014 een actie voor Light for the World Nederland, de oude naam van SeeYou, met als doel 500 staar- en trachoom oogoperaties mogelijk te maken in Soedan, Afrika. Aangezien Cees zelf blind is, weet hij hoe het is om een visuele beperking te hebben.Hij schreef voor de actie het boek ‘Harteloos’ wat als motto meekreeg: ‘The impossible dream is not impossible at all’, een uitspraak van Martin Luther King. Na twee jaar had Cees maar liefst €18.500 euro opgehaald! Hij blijft zich graag inzetten voor projecten die met oogzorg te maken hebben. Cees heeft als doel met dit kerstverhaal om mensen hoop te geven op betere tijden in deze donkere 

Emotionele herinneringen 

De regen klettert onafgebroken tegen de ramen. Gerlof is net bezig de geringe vaat van die avond af te drogen. Enkele minuten later vult hij het koffiezetapparaat met water en versgemalen koffiebonen. Jammer dat juist op kerstavond het weer zo’n naargeestige aanblik biedt. Twee dagen geleden, op de begrafenis van zijn vrouw Winny, scheen op het kerkhof nog volop de zon. De liefde van zijn leven was na een plotseling ziekbed van vier maanden een dag na haar achtenvijftigste verjaardag overleden. Haar wens om niet op haar geboortedag te sterven, was in vervulling gegaan. Gerlof had zijn meisje, zoals hij haar vaak liefdevol noemde, het afgelopen jaar samen met de thuiszorg kunnen verzorgen en daar waren Winny en hij heel dankbaar voor.  

Op haar verjaardag waren hun drie zoons met hun schoondochters en zes kleinkinderen nog op bezoek geweest. Een voor één namen ze afscheid en had Winny voor hen gebeden. “Lieve Vader in de hemel, ik dank u voor alle mooie jaren die Gerlof en ik met onze kinderen, hun partners, onze kleinkinderen en vele anderen hebben mogen meemaken. U weet als geen ander hoeveel wij van elkaar hebben gehouden en nu voel ik dat ik op het punt sta om van hen afscheid te moeten nemen om écht naar Uw huis te gaan. Het doet me verdriet dat ik nog niet wat langer van ons allemaal mocht genieten, maar Uw wil geschiedde. Ik bid u vurig voor Uw leiding en nabijheid voor ons gezin in de komende, moeilijke tijd. Geeft U hen de kracht om het gemis van mij straks te kunnen dragen. Uit de grond van mijn hart dank ik U voor alles wat we in dit leven met elkaar mochten delen.” Die laatste woorden waren nauwelijks verstaanbaar en tranen sijpelen langs de wangen van Gerlof naar beneden bij de gedachte aan dit bijzondere moment.  

Daarna las hij op verzoek van Winny het kerstverhaal uit de Bijbel voor. Even later brandden er twaalf kaarsen op tafel, die door hun zoons, schoondochters en kleinkinderen waren ontstoken. Tijdens de broodmaaltijd hadden ze tussendoor kerstliederen gezongen. Wat een warm en onvergetelijk afscheid was dat geweest. 

Een bijzonder weerzien 

Onafgebroken staart Gerlof naar buiten en opeens ziet hij een vrouw onder een paraplu het kiezelpad naar zijn voordeur oplopen. “Dag, Gerlof, mag ik binnenkomen?” Klinkt onmiskenbaar de stem van zijn zusje Marianne, die hij in ruim dertig jaar niet heeft gesproken en gezien. 

Als bij donderslag hakkelt hij: “Maar natuurlijk, Marianne, kom toch snel binnen.” In de gang omklemmen hun armen elkaar minutenlang en vloeien er vele tranen. Enigszins wankelend lopen zus en broer even later naar de kamer en nemenplaats op de donkergroene met groen rib overtrokken bank. De sfeer in huis is 180 graden omgedraaid. Onder het genot van verse koffie met een appelpuntje raken broer en zus het volgende uur niet uitgepraat.  

Marianne verliet op vierentwintigjarige leeftijd Nederland. Een buitensporige ruzie met haar ouders vanwege de buitenlandse partnerkeuze van Marianne was de aanleiding geweest. Jammer genoeg kwam het nooit meer goed en ook het contact tussen broer en zus was beperkt gebleven. Nu zit ze hier als een geschenk uit de hemel naast hem op de bank! Gerlof wist dat Marianne in Nieuw-Zeeland was getrouwd en daarna kreeg hij bericht over de geboorte van hun dochtertje Dusty. Zo hoorde Gerlof twee jaar later voor het laatst dat vanwege de vroege, gecompliceerde geboorte Dusty nooit zou kunnen lopen. Al die jaren had zij de opvoeding alleen voor haar rekening genomen omdat haar man haar een jaar na de geboorte in de steek had gelaten. Van de ene op de andere dag was hij met de noorderzon vertrokken. Zonder iemand iets te laten weten, verhuisde ze naar een andere woning. Al die tijd had ze een hard leven gekend om haar hoofd samen met dusty boven water te houden, zo hoort Gerlof vanavond.  

Een half jaar geleden kreeg ze een mokerslag te verwerken. Dusty overleed aan de gevolgen van een aanrijding met haar rolstoel door een dronken automobilist. Volop vragen waarom dit juist haar moest overkomen, piekerde ze over hoe het nu verder moest. Twee maanden na de begrafenis las ze in een oud Hollands tijdschrift in de plaatselijke bibliotheek een gedicht van Nel Benschop met de titel: De rode draad. De inhoud van dit gedicht bracht bij haar een grote ommekeer in haar leven. Twee maanden later nam ze de definitieve beslissing. Marianne verkocht haar inboedel, huis en regelde alle financiële zaken. Geëmotioneerd nam ze afscheid van vrienden, buren, collega’s en boekte een vliegticket enkele reis Schiphol. Drie dagen na aankomst kocht ze een gemeubileerd appartement in Sleen en wilde Gerlof gaan bezoeken toen ze plotseling de overlijdensadvertentie van Winny in de plaatselijke krant las. Om nog niet voor meer emoties te zorgen, vermeed ze bewust de begrafenis. En nu zit ze naast hem op de bank en maakt hem deelgenoot van een stukje dramatiek uit haar leven.  

Aansprekende Kerstnachtdienst 

Gerlof blikt naar de Friese staartklok aan de muur. “Over een half uurtje begint de kerstnachtdienst. Ik vind het zó fijn als je met me meegaat.” “Heel graag, Gerlof, ik heb zo’n behoefte aan nieuwe inspiratie om mijn leven hier een nieuwe, zinvolle impuls te geven. De viering van de geboorte van Jezus Christus is voor mij extra belangrijk om die keuze te maken. De rugtas die ik al die jaren heb meegetorst, was vaak zo loodzwaar. Het kerkbezoek was sporadisch vanwege alle problemen en verdriet.” 

Intussen is de regen opgehouden en hand in hand lopen ze zwijgend naar de kerk, ieder met hun eigen gedachten. Wordt dit dan een nieuw begin voor broer en zus waar beiden zo naar verlangen?  

In de bomvolle kerk is het behaaglijk warm. Gerlof merkt op dat veel bekenden hem met opgetrokken wenkbrauwen en argusogen aanstaren met die onbekende vrouw naast zich. Even later spreekt de jonge dominee Veldkamp met passie over de geboorte van Jezus Christus. “Over de aankondiging van de Messias wordt op kerstavond eigenlijk niet zoveel gesproken. Graag vertel ik u beknopt wat er staat in Lucas hoofdstuk 1, de verzen 26 tot 38. De nieuwe Bijbelvertaling leert ons dat God in de zesde maand de engel Gabriël naar Nazareth zendt naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heet, een afstammeling van David. Dat meisje nu is Maria en zij krijgt te horen dat God haar heeft uitverkoren om een zoon te baren die zij Jezus moet noemen. Echter Maria vraagt zich af hoe zoiets kan gebeuren omdat ze nog nooit gemeenschap met een man heeft gehad. Geruststellend laat Gabriël haar weten dat de Heilige Geest over haar zal komen en de kracht van de Allerhoogste haar als een schaduw zal bedekken. Daarop zegt Maria dat ze de Heer met heel haar hart wil dienen, waarna Gabriël vertrekt.” 

Daarna leest Veldkamp de bekende tekst uit de Bijbel van Lucas hoofdstuk 2, de verzen 1 tot 22, over de geboorte van Jezus in een stal en de engelen die in het veld zingen voor een aantal herders. Dan valt er een diepe stilte in de kerk, want het enige wat Veldkamp na het voorlezen doet is langdurig rondkijken naar de mensen van zijn parochie. “Weet u, als ik naar een aantal van u kijk die hun partner hebben verloren, wil ik vanavond in het bijzonder meegeven dat het eigenlijke doel van het leven het ‘tijdelijke nu’ overstijgt. Denkt u daar maar eens goed over na, want dat zinnetje is de mooiste en grootste troost die u zich maar kan indenken. In die kerstnacht is Jezus geboren, later gekruisigd en opgestaan en opgestegen naar de hemel om voor ons een eeuwige plaats te bereiden. God bepaalt wanneer het tijd is om onze geest op te laten stijgen. Wij vinden dat moment altijd te vroeg. Zelf ben ik er voor meer dan honderd procent van overtuigd, dat God nimmer een fout maakt, hoe ongelooflijk het ook voor u mag klinken.” Gerlof en Marianne kijken elkaar heel even aan en knijpen in elkaars hand.  

Na afloop van de kerkdienst vertelt Gerlof glunderend aan velen dat zijn zus Marianne is teruggekomen om hier de herfstdagen van haar leven te slijten. Er wordt gezoend, vele handen geschud en afspraken gemaakt voor een bezoek later. 

Schitterende sterren 

Die nacht lopen boer en zus met een superblij gevoel naar huis. Onderweg blijft Gerlof even stilstaan en tuurt naar de hemel. “Zie jij ook zoveel sterren stralend aan de hemel staan, Marianne?”, vraagt hij bijna onhoorbaar. Fluisterend reageert ze: “Jazeker Gerlof, ik zie ze ook. Dat is absoluut het teken van boven vanwege mijn terugkomst.” Kordaat steekt ze haar arm door die van haar broer en samen kuieren ze met een gelukzalig gevoel huiswaarts.