Dit kerstverhaal is geschreven door Cees Smit, een trouwe SeeYou-donateur die zelf blind is. Cees startte in 2014 een actie voor Light for the World Nederland, de oude naam van SeeYou, met als doel 500 staar- en trachoom oogoperaties mogelijk te maken in Soedan, Afrika. Aangezien Cees zelf blind is, weet hij hoe het is om een visuele beperking te hebben.Hij schreef voor de actie het boek ‘Harteloos’ wat als motto meekreeg: ‘The impossible dream is not impossible at all’, een uitspraak van Martin Luther King. Na twee jaar had Cees maar liefst €18.500 euro opgehaald! Hij blijft zich graag inzetten voor projecten die met oogzorg te maken hebben. Cees heeft als doel met dit kerstverhaal om mensen hoop te geven op betere tijden in deze donkere 

Spaarzame verlichting 

Het is guur weer die vrijdagavond zo vlak voor de eerste kerstdag. Opnieuw een paar feestdagen waar Suzanne zo tegenop ziet. Voor eerste kerstdag heeft ze uitnodigingen om te komen eten afgeslagen. Op tweede kerstdag dineert ze bij haar zusje Rinske, haar man en drie kinderen. 

In een straf tempo rijdt ze tegen half acht op haar fiets naar huis over de smalle landweg van Stolwijk naar Berkenwoude. Spaarzame verlichting, dat af en toe opdoemt langs de smalle landweg, glinstert in het donkere water van de Wetering links en rechts in smalle sloten die het pad flankeren. De gestaag, neerdalende regen, die door de harde wind als striemen tegen haar gezicht klettert, brengt onwillekeurig dat onheilspellende gevoel vanuit het verleden bij haar teweeg. 

Gedachten aan vroeger 

Haar gedachten flitsen terug naar die noodlottige avond twee dagen voor Kerstmis vijf jaar geleden. Partner Bert en hun driejarige zoontje Krijn slipten aan het einde van de middag op dezelfde weg waar ze nu op rijdt. Ze raakten met de fiets in het water van de Wetering. In de bijna duisternis lukte het Bert niet om het mannetje terug te vinden. Dat was de harde conclusie van het politieonderzoek. Bert had bij het zoeken in het water zijn pols vreselijk opengereten aan een scherp voorwerp, waardoor hij vanwege een slagaderlijke bloeding het leven liet. Hun zoontje werd op drie meter afstand van zijn vader levenloos in het water aangetroffen. Dit vreselijke voorval dompelde het dorp in diepe rouw en Suzanne was ontroostbaar. Maandenlang omringden familie en vrienden haar liefdevol en door deze steun slaagde ze er uiteindelijk in om de draad van haar bestaan op te pakken.  

Aan het einde van de morgen belde haar zorgmanager op met het verzoek of ze in kon vallen voor een collega verloskundige die was getroffen door de corona ziekte. Suzanne kon niet weigeren, verkleedde zich, liet de boel de boel en toog naar Stolwijk.  

Terugkerende schrik 

Verkrampt knijpt ze in de handvatten van het stuur en vanwege de harde wind, de regen en de kou heeft ze niet in de gaten dat een achteropkomende auto haar voorzichtig passeert. Wanneer ze dat bemerkt, schrikt ze zich wezenloos en zonder het te beseffen rijdt ze met haar fiets in de brede Wetering. Met haar hoofd komt ze nog net in aanraking met een paal die vlak langs de waterkant staat. Edward, die in zijn achteruitkijkspiegel nog net waarneemt wat er gebeurt, zet zijn auto bliksemsnel aan de kant en spoedt zich naar de plek des onheils. Met één hand om een paal geklemd, slaagt hij erin om een arm van de vrouw vast te grijpen. Helaas lukt het hem niet haar op de kant te trekken. Zonder zich te bedenken stapt hij tot zijn middel in het water, pakt de vrouw, die net in het ijskoude water is weggezakt, onder haar oksels beet en slaagt erin haar op de kant te krijgen.  Suzanne geeft een golf water over en barst vervolgens uit in huilen. Edward verliest geen seconde en troont haar resoluut mee naar zijn auto. 

‘Ik doe je jas uit en pak een plaid voor je. Dan rijd ik je naar ons huis en krijg je van mijn moeder droge kleding. Die fiets ga ik straks wel ophalen.’ 

Wonderlijke avond 

Met verbijstering ontvangt de moeder van Edward het kletsnatte tweetal, maar gaat direct over tot actie. Ze dirigeert Suzanne naar de badkamer, helpt haar met het uittrekken van de stinkende kleding en zet haar onder de douche. Vervolgens kiest ze ondergoed en passende kleding uit haar garderobekast.   

Een uur later bekijkt Suzanne de inrichting van een gezellige, warme woonkamer. De moeder van Edward, een slanke vrouw van tegen de zestig jaar, zet haar een kop hete soep voor met twee broodjes rosbief. Dankbaar geniet ze van het eten.  

‘Edward is tien minuten geleden teruggekomen met je fiets en staat nu onder de douche.’ 

‘Wat is er gebeurd, waar ben ik beland en wie bent u’, vraagt Suzanne verlegen. 

‘Ik ben Annelies Berends en woon sinds een jaar in Bergambacht. Edward is mijn zoon en heeft je uit het water gehaald toen je met je fiets op onbegrijpelijke wijze in de Wetering reed. Hij is arts en werkt voor een Amerikaanse organisatie op diverse plekken in het buitenland en is met verlof. Een wond op je voorhoofd is door hem gedesinfecteerd en met een zwaluwstaartje gehecht. Verder heeft hij geen fysieke mankementen bij je ontdekt.’ 

Voorzichtig betast Suzanne haar hoofd, en opeens begint ze zachtjes te snikken. Vol liefde slaat Annelies een arm om haar heen en wacht rustig tot Suzanne is uitgehuild. Dan komt Edward de kamer binnen en schuift aan bij de tafel. Onderzoekend kijkt hij de jonge vrouw aan. Wat staren haar mooie, lichtbruine kijkers hem triest aan. 

‘Waar woon je en wie wachten er thuis op je,’ vraagt Edward.  

‘Ik woon alleen in Berkenwoude en was op weg naar huis vanuit mijn werk.’ 

‘Dan adviseer ik je om vannacht hier te blijven en dan brengt Edward je morgen naar huis toe,’ stelt Annelies op besliste toon voor.  

‘Dan kan ik je vannacht af en toe in de gaten houden of er nog complicaties optreden. De kans op een lichte hersenschudding is aanwezig,’ vult Edward aan.  

Dankbaar kijkt Suzanne beide mensen aan en knikt instemmend. 

‘Ik ben heel dankbaar voor alles wat jullie voor mij hebben gedaan, maar . . .’ zegt Suzanne met een verstikkende stem. Dan volgt plotseling met horten en stoten het relaas van vijf jaar geleden.  

Vol afgrijzen weten ze even niet wat te zeggen, maar Annelies en Edward beseffen zich terdege dat deze heftige gebeurtenis van vanavond dubbelhard bij haar is binnengekomen. Voor de afleiding wisselt het drietal over en weer iets uit over zichzelf. Annelies duikt de keuken in en na tien minuten komt ze binnen met warme chocolademelk en zelfgebakken appeltaart met slagroom. In stilte genieten ze van deze traktatie.   

‘We waren voornemens om naar de kerstnachtdienst te gaan, maar dat laten we vanavond vervallen,’ zegt Annelies resoluut. 

‘Ja, dat was ik ook van plan,’ zucht Suzanne. 

‘Maar we kunnen toch een kerstdienst op de TV volgen,’ reageert Edward monter en meteen springt hij overeind om het toestel aan te zetten. Op de halve, cirkelvormige driezitsbank geniet Suzanne even later tussen Annelies en Edward in van deze onverwachte, liefdevolle vriendschap. Bij het aanhoren van het kerstverhaal, dringen tranen in haar ogen. Suzanne vraagt zich onwillekeurig af of ze ooit zelf nog kinderen mag krijgen. Met half samengeknepen ogen luistert ze verder.  

Edward, die regelmatig de jonge vrouw naast hem op de bank gadeslaat, bemerkt de emoties die af en toe op haar gezicht zijn af te lezen. Na afloop van de kerstdienst stelt hij Suzanne voor om naar bed te gaan. Annelies loopt met haar mee naar de logeerkamer en binnen enkele minuten is ze in een diepe slaap vertrokken. Moeder en zoon praten nog even na over de wonderlijke avond en besluiten eveneens het bed op te zoeken. De nacht verloopt rustig. 

Een bijzondere Kerstochtend  

De volgende morgen treft Suzanne een prachtig ingedekte tafel aan. Edward heeft zijn best gedaan om voor hun drieën een heerlijk kerstontbijt te verzorgen. De complimenten worden door de dames aan hem toegeschreven. Annelies oppert na afloop of Suzanne vanavond met hen het kerstdiner wil gebruiken. Omdat ze vandaag geen afspraak heeft en ze zich bij hen helemaal thuis voelt, neemt ze de uitnodiging van harte aan. 

De volgende uren vliegen als een raket voorbij. Edward klapt de achterbank van zijn auto naar beneden en laadt de fiets in met een tas vol natte spullen. Bij Suzanne thuis helpt hij haar mee met de vaat die van vier dagen staat opgestapeld, hanteert de stofzuiger, repareert haar fiets en knapt diverse kleine klusjes op. Suzanne verzorgt drie wassen met behulp van haar wasmachine en de droogtrommel, kijkt de post na die twee weken is blijven liggen, regelt betalingen en pleegt een paar telefoongesprekken. De sfeer is ongekend relaxed en de ogen van Suzanne twinkelen. Tijdens de lunchpauze belt Edward naar huis. 

‘Dag moeder, we zijn rond zes uur bij je, want we moeten nog wat klusjes afronden. Is dat in orde?’ 

Annelies, die weet dat haar zoon zich graag inzet voor een ander, concludeert dat alles daar wel in orde is en lacht: ‘doe maar lekker rustig aan hoor. Per slot van rekening is het eerste kerstdag.’ 

Tegen half vijf verdwijnt Suzanne onder de douche en drie kwartier later stapt ze met een heerlijk gevoel de kamer binnen. In haar karmozijnrode jurk met haar tot op haar schouders vallende, gekrulde haar en rond haar hals een gouden ketting met medaillon, kijkt ze Edward met een open blik aan. Sprakeloos weet Edward enkele seconden iets te zeggen, maar dan herpakt hij zich: ‘Je ziet er fantastisch uit, Suzanne. Wat heb je dat bliksemsnel voor elkaar gekregen.’  

Langzaam doet hij enkele stappen naar voren en brabbelt dat hij straks een schoon zwaluwstaartje zal aanbrengen en vraagt bijna onhoorbaar of hij haar een zoen mag geven. Suzanne antwoord niet, maar slaat haar armen om hem heen en dan vinden hun lippen elkaar. Zo blijven ze minutenlang staan en genieten van een innige, eindeloze zoen. 

‘Wat een ongelooflijk toeval dat we elkaar op zo’n bijzondere wijze hebben ontmoet,’ mijmert Edward op fluisterende toon. 

Suzanne blozend: ‘Dit is voor het eerst na vijf jaar dat ik…en het voelt allemaal als zo vanzelfsprekend. Dit komt bij me over alsof ik je al jaren ken. Ik kan het niet verklaren, maar vandaag heb ik het gevoel dat ik een nieuw leven zou kunnen beginnen, hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt.’ 

Ze kussen elkaar opnieuw en worden gestoord door de Friese staartklok die zes slagen laat horen. Ze vinden dat ze Annelies écht niet mogen laten wachten. Korte tijd later vertrekt het stel met de auto richting Bergambacht. Zou er voor beiden dan toch een nieuwe toekomst aanbreken?